Jong en oud? Mixen maar op de werkvloer

Bedrijven met een evenwichtige mix tussen jong en oud, ervaren een positief effect op welzijn en productiviteit. Het omgekeerde geldt ook.

Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen en de Antwerp Management School. “Jongeren en ouderen hebben andere kennis en ervaring”, verklaart Kim De Meulenaere, professor organisatiegedrag en hr-management. “Als je die samenbrengt op de werkvloer kan dat leiden tot synergie.” Gevolg: meer creativiteit, snellere besluitvoering en betere innovatie.

Al is een mix alleen onvoldoende. Die vereist inclusie – op vlak van leeftijd, gender, etniciteit. Ieder moet de kans krijgen om kennis te delen. Andersom geldt dat een te eenzijdige leeftijdsstructuur nadelig werkt. Vooral oudere werknemers ondervinden dat.

Is vijf dagen werken nog van deze tijd?

Bij 70 bedrijven in het VK start een proefproject rond de vierdaagse werkweek. Meer dan 3000 werknemers zullen er een dag minder werken voor hetzelfde loon.

Het initiatief komt van de vzw 4 Day Global Week. Samen met de universiteiten van Oxford, Cambridge en Boston onderzoekt de vzw de impact van zo’n maatregel op productiviteit, welzijn en duurzaamheid. De bedrijven komen uit sectoren als onderwijs, financiën, zorg en toerisme. Zelfs een fish-and-chipskraam doet mee aan het experiment.

Zes maanden lang zullen hun werknemers een dag minder werken voor hetzelfde loon, al dienen ze wel evenveel werk te verrichten als voorheen. “De vijfdaagse werkweek stamt uit de 20e eeuw. Dat past niet meer bij het bedrijfsleven van de 21e eeuw”, motiveert een deelnemend directeur.

België en Nederland bouwen aan circulaire teokomst

De buurlanden slaan de handen in mekaar wat betreft duurzame infrastructuur en circulaire bouw. Die intentie spraken ze in mei uit tijdens een Nederlandse handelsmissie in België.
Zowel steden (onder meer Amsterdam, Mechelen en Leuven), sectororganisaties (zoals de Vlaamse Confederatie Bouw), ondernemingen als kennisinstituten uit beide landen wisselden tijdens de handelsmissie ervaringen uit. “België is onze tweede handelspartner wereldwijd”, zei Liesje Schreinemacher, minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. “De delta van Schelde, Rijn en Maas is éen geïntegreerd geheel. België en Nederland zijn al 400 jaar Europese koploper in economische innovatie, zoals bij de aanleg van moderne havens. Ook op het gebied van circulaire economie willen we voorop lopen.”

Boost voor de circulaire economie

België en Nederland willen tegen 2050 volledig circulair draaien. Doel: het milieu schoner achterlaten en minder afhankelijk zijn van buitenlandse grondstoffen. De circulaire bouwsector – momenteel in beide landen goed voor 130 miljard euro per jaar – moet een fikse bijdrage leveren aan die ambitie. “We zullen nog intensiever moeten samenwerken in Europa”, beseft Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur.

Zij wees erop dat zowel in Nederland als België de komende jaren heel wat infrastructuur aan reparatie of vervanging toe is. “Door circulair aan te besteden, kunnen wij een boost geven”, zei Heijnen. “Zo kunnen we de transitie naar de circulaire economie versnellen.” Tijdens de handelsmissie stonden onder meer circulair slopen, retourlogistiek, circulaire materialen en het opschalen van circulaire zakenmodellen op de agenda.

Is het een ladeblok? Nee, het is een locker!

In hedendaagse hybride kantooromgevingen worden de bestaande kantooromgevingen alsmaar intensiever gedeeld met collega’s. Daardoor wordt steeds vaker beslist om de huidige ladeblokken te doen verdwijnen. Maar bij Nnof en Transmoove wordt vastgesteld dat dit NIET nodig is. Er kunnen immers lockers van gemaakt worden.

Door het toenemende telewerk verliezen individuele ladeblokken aan belang. We werken niet langer elke dag op kantoor, waardoor we bureau’s en ander kantoormeubilair steeds vaker delen met collega’s. Zo’n ladeblok heeft gemiddeld 500 euro gekost, en de productie ervan heeft een fameuze impact op het milieu gehad. Het zou zonde zijn om die zomaar bij het grof huisvuil te zetten.

Daarom ontwikkelde Nnof een transformatie die past binnen de hedendaagse kantooromgeving: van een ladeblok maken we telkens 2 lockers.

Milieuvriendelijker én goedkoper

De voordelen zijn legio. Doordat we bestaande meubels omvormen, moet geen nieuwe ruimte voorzien worden om de lcokers te plaatsen. Bovendien kan elk ladeblok getransformeerd worden tot twee lockers, waardoor de huidige capaciteit aan persoonlijke opbergkastjes verdubbelt. En doordat een ladeblok nu al op wieltjes staat, kan je die desgewenst gemakkelijk tot bij je bureau schuiven.

De uitgespaarde milieu-impact is groot. De hele lade blijft behouden, waardoor er geen materiaal verloren gaat. Naast slotjes, trekkertjes en naambordjes zijn enkel de houten frontpaneeltjes nieuw. Die fabriceren we uit gerecupereerde vezelplaten. En vooral: het is een pak goedkoper. Een transformatie kost 125 à 150 euro per locker, terwijl een nieuwe gauw het dubbele kost, zo’n 250 euro. Snel gekozen, toch?

Liever leasefiets dan tweede auto

Fietsleasing zit in de lift. Bijna een derde (31%) van de Brusselse werknemers is bereid een gezinswagen in te ruilen voor een leasefiets.

Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van Lease a Bike. Voorwaarde: de werkgever moet daarvoor de mogelijkheid bieden. Daar knelt het schoentje. Slechts tien procent van de werknemers heeft nu die optie. Ongeveer de helft vermoedt dat hun werkgever er totaal niet voor openstaat.

Nochtans hebben leasefietsen veel voordelen: minder auto’s op de weg, gezondere werknemers. Vanwaar dan die weerstand? Onder meer de kostprijs houdt bedrijven tegen. “Maar het klopt niet dat fietsleasing duur is”, zegt woordvoerder Jaouad Auragh. “Het kan zonder opstartkosten. Dat maakt fietsleasing zelfs voor de kleinste kmo mogelijk.”

Jongeren nemen massaal ontslag

In navolging van The Great Resignation, de golf van vrijwillige ontslagen in de VS, stappen ook jonge werknemers bij ons steeds vaker op.

Hr-dienstverlener Acerta keek de gegevens van 260.000 Belgische werknemers in en concludeerde dat die in 2021 vlotter zelf ontslag namen. Vooral bij 25-35-jarigen tekent de trend zich af: de uitstroom in die groep is tot 44 procent groter dan in 2020. Jongeren zoeken flexibiliteit en een gezonder evenwicht tussen werk en privé.

Voor werkgevers is het aanpassen. “Bedrijven moeten creatief uit de hoek om zich op de krappe arbeidsmarkt in de kijker te werken”, stelt Jackie Klaster van Acerta. De dienstverlener meent dat ze beter inzetten op het behoud van hun personeel dan op campagnes om nieuwe mensen te werven.

Duurdere materialen, dus bouwen we meer circulair

De prijzen voor bouwmaterialen stegen de afgelopen maanden fors. De vraag blijft groter dan het aanbod. Tegelijk recycleert de bouwsector meer en is circulair bouwen in opmars.

Begin dit jaar kostten bouwmaterialen een kwart meer dan drie maanden eerder, blijkt uit een ondervraging van de Confederatie Bouw bij meer dan 400 bouwbedrijven. Vooral isolatiemateriaal, hout en staal stegen fors in prijs. De oorzaak ligt bij corona. “In november 2020 sloeg iedereen plots aan het bouwen of renoveren”, verklaart Niko Demeester van de Confederatie Bouw.

“Sindsdien merken we een enorme stijging in de vraag naar bouwmaterialen. Die is nog steeds groter dan het aanbod.” Gevolg: bedrijven wachten langer op materiaal en rekenen de prijsstijgingen vaak door aan de klant. Volgens Demeester is het zeker nog enkele maanden hart vasthouden voor wat er komt.

Circulair bouwen in opmars

De schaarste aan grondstoffen leidt tot bewustwording in de bouwsector. Bedrijven recycleren meer en zoeken naar alternatieve manieren van bouwen. Circulair bouwen is in opmars. Zo sloegen Deceuninck, een specialist in pvc-producten voor de bouw, en de Universiteit Gent de handen in mekaar om een gesloten materialenkringloop op te zetten. Want: veel pvc wordt na gebruik vernietigd, terwijl het perfect een tweede leven kan hebben.

De UGent bracht de nodige technologieën aan om Deceuninck te helpen met die ambitie. “Dankzij de samenwerking hebben we ook toegang tot nieuw materiaal”, klinkt het bij Deceuninck. “Wij zijn geen onderzoeksbedrijf, maar hebben die technologie wel nodig.” Of hoe de bedrijfswereld steeds meer overtuigd geraakt van het nut van circulariteit.

Elektrische stroomstoot voor de economie

De vraag naar metalen voor batterijen in elektrische wagens stijgt. Door die slim te hergebruiken, geven we onze economie een opstoot.

Alsmaar meer mensen rijden elektrisch. Daardoor hebben we meer lithium en kobalt nodig, metalen die in de batterijen van elektrische auto’s zitten. Maar wat doen we met afgeschreven batterijen? Het Vlaamse Steunpunt Circulaire Economie tekende een toekomstscenario uit waarin speciale fabrieken die ombouwen tot thuisbatterijen. Volgens cijfers van VITO kan dat tegen 2030 vier miljard euro extra economische waarde creëren in vergelijking met een scenario waarin we de metalen louter recycleren.

Ook Hilde Crevits, Vlaams minister van Innovatie, is overtuigd : “zowel onze economie als het milieu zal daarbij baat hebben.” Zeker te volgen, is de nieuwe start-up Watt4Ever die gebruikte batterijen van electrische wagens ombouwt tot energie-opslagsystemen voor industriële toepassingen. Ook dit bedrijf won deze maand een prestigieuze VBO-prijs : de Belgische Milieu- en Energieprijs (zoals Nnof in 2018).

Het Nnoffensief is ingezet: Nnof opnieuw bekroond

Op de uitreiking van de Sustainability Professional Award haalde Anne Lenaerts, directeur communicatie bij Nnof, een finaleplaats. Ze wordt zo officieel duurzaamheidsambassadeur.

Duurzaamheid wint aan belang in de bedrijfswereld. Logisch: de onderneming van de toekomst is per definitie duurzaam. Het Verbond van Belgische Ondernemingen en de vzw Time4Society kozen daarom voor de zevende keer de Sustainability toppers van het jaar. Die bekroning gaat naar een inspirerende stem uit het bedrijfsleven die duurzaamheid uitademt.

Uit een poule van 300 kandidaten schopte Anne Lenaerts het tot de laatste drie overblijvers. Anne mag zich voortaan dan ook Sustainability Ambassador noemen. Nele Van Damme (Upgrade Estate) en Bruno Van Steenberghe (Kalani-Home) werden Sustainability Professionals van het jaar.

Geen verrassing, want Anne zet zich al jaren in voor duurzaamheid en circulaire economie. Zo volgde Anne tijdens de pandemie een Solvay-opleiding om te begrijpen wat mensen tegenhoudt om te veranderen. Door hen vervolgens te betrekken bij het verhaal – zelfs noemt ze dat het “Nnoffensief” – probeert ze iedereen mee te krijgen.

Allemaal “Noffen”

Dat uit zich onder meer in het raamcontract dat Nnof afsloot met de Vlaamse overheid. Steden, gemeenten en Vlaamse overheidsdiensten kozen daarmee resoluut voor circulariteit, wat zich het voorbije jaar vertaalde in 3300 geherwaardeerde meubels. “Het toont dat het de overheid menens is met de circulaire gedachte”, aldus Anne. Economie en ecologie gaan voor haar hand in hand. “Nnof zorgt voor veerkracht en wendbaarheid. Met ons verhaal willen we andere ondernemers en klanten inspireren om resoluut diezelfde richting in te slaan. Nnoffen we straks allemaal?”

Kmo’s weten niet hoe thuiswerken werkt

Na bijna twee jaar pandemie mist twee derde van de Belgische bedrijven – vooral kmo’s – nog altijd een concreet beleid rond thuiswerk.

In opdracht van HR-dienstverlener Tempo-Team ondervraagde arbeidsmotivatie-expert Anja Van den Broek (KU Leuven) 500 werkgevers en 2500 personeelsleden. Conclusie: slechts 32 procent van de ondernemingen hanteert een uitgewerkt kader rond telewerk. Een op vijf leidinggevenden wil werknemers nooit thuis laten werken, terwijl 16 procent van de werknemers onder druk staat om dagelijks naar kantoor te komen. Vooral grote bedrijven maken werk van een beleid, kmo’s hollen achterop. Nochtans functioneren werknemers beter wanneer ze hybride mogen werken. Ze zijn gemotiveerder, fitter en combineren vlotter werk en privé.